Gebeurt het regelmatig dat je rookmelder vals alarm geeft? Dan zou het best kunnen dat je hem op de verkeerde plaats hebt gehangen. Zorg ervoor dat je volgende plekken vermijdt:
1. Dicht bij kooktoestellen
Plaats rookmelders nooit te dicht bij het fornuis, de oven of andere kooktoestellen. De rookmelder kan onnodig afgaan door condens, normale rook of gassen.
Aanbeveling: monteer een rookmelder minimaal 5 meter van een warmte- of waterdampbron vandaan om valse alarmen te voorkomen.
2. In de badkamer of andere vochtige ruimtes
Vermijd rookmelders in badkamers en andere vochtige ruimtes. In een rookmelder zit een lichtgevoelige cel, die reageert als het licht onderbroken wordt. Als de rookmelder dicht bij een warmtedampbron hangt, bijvoorbeeld een douche, dan kan de stoom ervoor zorgen dat het licht wordt onderbroken en de rookmelder vals alarm geeft.
Aanbeveling: monteer ook hier de rookmelder minimaal 5 meter van de waterdampbron vandaan om valse alarmen te voorkomen.
3. In de buurt van ventilatieopeningen en ramen
Plaats geen rookmelders in de buurt van ventilatieopeningen en ramen. De tocht kan rook wegblazen van de rookmelder, waardoor de reactietijd in geval van brand wordt vertraagd.
Aanbeveling: plaats rookmelders niet in directe luchtstromen van ventilatieopeningen, airconditioners of open ramen.
4. Zeer stoffige of vuile plaatsen
Stof en vuil kunnen zich ophopen in de rookkamer van de rookmelder, wat de gevoeligheid kan beïnvloeden en tot valse alarmen of een niet-werkende melder kan leiden. Ook kleine insecten in de rookkamer van de melder kunnen de werking van de melder verstoren.
Aanbeveling: installeer rookmelders niet in werkplaatsen of andere ruimtes waar veel stof, vuil of insecten aanwezig zijn.
5. Plaatsen met temperatuurverschillen of extreme temperaturen
Plaats geen rookmelders op oppervlakten die normaal warmer of kouder zijn dan de rest van de ruimte. Temperatuurverschillen kunnen rook verhinderen de melder te bereiken.
Installeer ook geen rookmelders op plaatsen waar de temperatuur boven de 40°C of onder 0°C kan komen. Bijvoorbeeld vliering of net boven een open haard. Extreme kou of hitte kunnen de gevoeligheid van de rookmelder beïnvloeden, waardoor de kans op valse alarmen toeneemt of het apparaat niet meer reageert in geval van brand.
Plaats ze ook niet naast of direct boven kachels of andere hitte verwekkende apparatuur.
Aanbeveling: installeer rookmelders niet in ruimtes waar de temperatuur regelmatig boven 40°C stijgt of onder 0°C daalt. Plaats je rookmelder niet boven of naast een hittebronnen zoals kachels of verwarming.
6. In de buurt van lampen, fittingen en elektriciteitsdozen
Plaats je rookmelders niet binnen 1 meter van dimmers en bedrading. Sommige dimmers kunnen de storing in de melder veroorzaken. Installeer ook geen rookmelders binnen 1,5 meter van TL-lampen. Ook elektrische impulsen kunnen de werking van de melder negatief beïnvloeden.
Aanbeveling: Houd een minimale afstand van 1 meter aan van dimmers en bedrading bij het installeren van rookmelders om interferentie te voorkomen. Vermijd ook het plaatsen van rookmelders binnen 1,5 meter van TL-lampen of andere sterke elektrische velden die de werking van de melder kunnen verstoren.
Beste plaats voor rookmelders
Waar hang je een rookmelder dan wel? Bevestig de rookmelder liefst zo centraal mogelijk aan het plafond. Is dat niet mogelijk? Plaats ze dan minstens op 30 cm van de hoek of zijkant van het plafond.
Wil je meer weten over waar je wél rookmelders moet plaatsen in jouw woning, ga dan naar ons artikel "Waar rookmelders plaatsen" voor meer informatie.